+31203417896 buschges@bart.nl

Haarlems Dagblad 9 juni 1969

Foto van Pieter Elbers in het Haarlems Dagblad 20 september 1979

 

Veel links angehauchte mensen maken zich zorgen om de democratie sinds het aantreden van het rechtse kabinet Schoof 1. En veel rechtsen maken zich al langer kwaad dat hun stem niet gehoord werd. Maar niemand heeft zo’n lange geschiedenis van bezorgd zijn om de lokale democratie als een clubje Haarlemmers, dat in juni van het jaar 1969 samenkwamen om de afstand tussen gemeente en inwoners te verkleinen. En een van hen was ik. De anderen waren P. Klinkenberg, J. Heij en Pieter Elbers. Pieter was mijn leraar godsdienst op het Triniteitslyceum. Hij was de eerste leek, die dit vak gaf. Daarvoor waren de godsdienstleraren altijd Augustijnen. Pieter verbaasde ons zesde klassers met bronteksten van de bijbel. Zo leerden wij het woord Tohoe Wabohoe, het enige Hebreeuwse woord dat ik van de middelbare school heb meegenomen. Ik heb het altijd verbonden met Pieter. Waarschijnlijk ben ik via hem bij deze groep gekomen of het is ook mogelijk dat ik me opgegeven heb op de 1-mei bijeenkomst, zoals J. Heij memoreerde op de bijeenkomst.

Op maandag 10 juni 1969 organiseerde de groep in het roemruchte Electric Center aan de Bakenessergracht een bijeenkomst over het functioneren van de democratie in het algemeen en die in Haarlem in het bijzonder. Daaraan voorafgaand had ik een advertentie geplaatst in het Haarlems Dagblad met een oproep om als bewuste Haarlemmer een bijdrage te leveren: “Haarlemmers, wij willen zelf meebeslissen over de nieuwe gemeentepolitiek.”  Als trekker was er de presentatie van een enquête onder de Haarlemmers over de burgemeester. De oproep verscheen een dag voor de bijeenkomst. Het lag in de bedoeling om de zaterdag er aan voorafgaand een plaats in de krant te krijgen, maar men vertelde mij dat die editie al vol was.

Hoe het ook zij een week eerder waren we geïnterviewd door een lid van de stadsredactie van het Haarlems Dagblad. Nu ja, ik was erbij, maar heb niet veel gezegd. Een kort bericht in de krant van 3 juni onder de titel ‘Gemeentepolitiek ter discussie’ liet zien wat de belangrijkste punten waren. Verkleining van de afstand “tussen wat de gemeenteraad en -bestuur en wat de Haarlemse bevolking wil.” Ook bereikten de politieke partijen onvoldoende de bevolking. Op de avond zelf vond een levendige uiteenzetting plaats, zoals een dag later in het Haarlems Dagblad te lezen was. ‘Partijloze bijdrage aan de Haarlemse politiek’ was de titel. En met de ondertitel ‘Godfried Bomans genoemd als burgemeester’. Die laatste zin kwam uit de enquête over Haarlemmers en politiek. Er was zojuist een nieuwe burgemeester benoemd: na meer dan twintig jaar de KVP-er Oscar Cremers trad wederom een rooms-katholiek aan, Leonard de Gou, Veel Haarlemmers vonden de immens populaire schrijver (en ook katholieke) Godfried Bomans een mooi alternatief. J. Heij gaf in zijn inleiding aan dat de ‘gewone burger’ niet vaak weet hoe te handelen ‘bij vragen en bij zekere moeilijkheden’. En vooral dat “veel wensen van de burgerij niet overeenkomen bij politieke partijen en gemeentebestuur.” Opvallend was dat er drie raadsleden (VVD en PvdA) aanwezig waren. Die uiteraard een tegengeluid lieten horen, namelijk dat de partijen veel moeite doen de bevolking te bereiken, maar zonder succes. En daarmee de problematiek van afstand tussen bestuur en burger expliciet erkenden.

Er werden drie werkgroepen ingesteld met de onderwerpen onderwijs, ruimtelijke ordening en openheid bestuur. De al een paar keer genoemde J. Heij nam het laatste onderwerp voor zijn rekening. Hij woonde in de Olieslagerslaan in de sjieke Koninginnebuurt. Ik kan me zeer goed de avondbijeenkomsten in deze bovenwoning herinneren. Op de fiets van de Lorentzkade er naar toe, fiets op een enkel slot neerzetten en na een kop koffie vooral de uiteenzettingen van de heren (rond de dertig jaar denk ik) aanhoren en af en toe meedoend. Ik voelde me wel de middelbare scholier in het gezelschap. Het pand wordt heden ten dage aangeprezen als een ‘fraai en ruim appartement aan de Olieslagerslaan. Het heeft een woonoppervlakte van 106 m2 en is gebouwd in 1910′ met de aanprijzing: ‘Stijlvol wonen in Haarlem. Dat kan goed in deze buurt.’

Het thema onderwijs werd geleid door Pieter Elbers, die in de zomer van ’69 van het Triniteitslyceum over zou stappen naar het Mendel College. Het ging hem vooral om democratisering van het onderwijs. Er was toen veel gaande in de onderwijswereld, zoals bijvoorbeeld de bezetting van het Amsterdamse Maagdenhuis in mei, die na een paar dagen door de politie ontruimd werd. En na de zomer die van de Pedagogische Academie te Beverwijk, die tot in het jaar 1970 doorziekte, zie daarvoor het OV-artikel van Charles Vergeer.

De vragen en onderwerpen op de bijeenkomst doen er nog steeds toe. Wel is er vooruitgang geboekt, bijvoorbeeld de ‘woningmisère’ van de Haarlemse wijk het Rozenprieel is opgelost. En aan ‘de ontoegankelijkheid van gemeentelijke documenten’ is veel gedaan. Maar de afstand tussen politici en burgers is nog groot ondanks die vooruitgang. De vragen en thema’s hebben nog niets aan actualiteit verloren na 55 jaar! Een week later was ik middelbare scholier af, op 17 juni ontving ik mijn getuigschrift van het gymnasium-b. .Ook dat jaar honkbalde ik veel. Met het eerste team TYBB werden we ongeslagen kampioen van de derde klasse, En ik werkte als vakantiekracht op het Haarlemse Station, waar ik vooral de informatieborden van de bestemming van de treinen moest veranderen. En daarna ben ik met aanstaande studiegenoot Michel Jansma op vakantie gegaan. In september vertrok ik naar Amsterdam als student sociologie. Voor mij vormen de oproep, de bijeenkomst en de vergaderingen bij J. Heij een kleine rimpeling in mijn geschiedenis. Hoe het verder met deze groep Haarlemmers ging heb ik nooit geweten.

Gelukkig heeft Pieter Elbers een half jaar voor zijn overlijden op 5 april van dit jaar mij een korte notitie gestuurd, waarin hij schreef dat “de contactpersonen allen betrokken (waren) bij de aan stormende landelijke groep Nieuw Links in de PvdA. Met mensen als Han Lammers, Marcel van Dam en Jan Schaefer. Vanaf 1970 kwamen ze ieder maand bijeen in Utrecht (Trianon). (…) In Haarlem werd in november (1970?) in de Jeugd Herberg een geruchtmakende kandidatenvergadering van de PvdA gehouden. En de notabelen als de behoudende Jan de Bruin en de eeuwige wethouder Dave Geluk en Tinus van de Water (die links was) besloten dat slechts een “lid” van Nieuw Links op de nog verkiesbare plaats no 12 mocht staan. En zij vonden dat ik dat als leraar van het Mendelcollege kandidaat kon zijn. Omdat wij als Nieuw Links Haarlem hadden afgesproken dat wij alleen met twee verkiesbare kandidaten mee zouden doen, weigerde ik. Er werd toen geschorst en er ontstond tumult. Maar de rechtsen wonnen het pleit. En kozen de rechtse Ab van Schooten. Het bleef nog lang rumoerig in de PvdA. Het kwam nooit meer goed tussen PvdA Haarlem en Nieuw Links.”
Pieter Elbers was daarna lid van de gemeenteraad voor achtereenvolgens CPN, Links Haarlem en de SP,  Als SP-raadslid nam hij in 2010 afscheid van de raad. Zo nu en dan kwam ik hem tegen, zoals bij een demonstratie door de binnenstad van Haarlem (ik denk zomer 1970), waar wij als kritische Amsterdamse studenten uit onze vergadering gehaald werden, omdat er anders wel heel weinig demonstranten waren. En in 2005 was hij ineens in de Gravenzaal van het Haarlemse Stadhuis bij de presentatie van de biografie van de eerste na-oorlogse burgemeester M. A. Reinalda door G. Borrie. Het was een mooi weerzien. Op zijn overlijdenskaart wordt hij fraai getypeerd als “activist, en socialist in hart en nieren, maatschappelijk betrokken, openhartig en uitnodigend.”
Ik herinner me vooral die uitnodigende openhartigheid van Pieter. Een les voor de linksen en rechtsen? Mogelijk en wellicht wenselijk.