In dit voorjaar was deel VI van de verzamelde werken van Jacques Giele gereed. Ook waren twee inleiders bereid gevonden hun verhaal te houden over de artikelen van Giele die gebundeld zijn in dit zesde deel. Echter het virus gooide roet in het eten, eerst uitstel en later afstel. En dat is jammer, want niet alleen was het verkoopmoment voor de uitgever weg, ook de toespraken van de inleiders zouden niet gehouden worden. Vervelend, want zowel Rosa Kösters als Meindert Fennema hebben een opmerkelijke bijdrage over het werk van Giele geleverd.
Gelukkig zijn de twee lezingen apart uitgegeven door Kelderuitgeverij als brochure, met twee inleidingen, van uitgever Jaap van der Laan en van mij. In mijn bijdrage schets ik dat vooral de analysemethode van Giele van belang is, ook heden ten dage: “Met zijn indringende beschrijving van kleine en grote gebeurtenissen vanuit niet veel gebruikt materiaal reconstrueerde hij de levens- en actiewereld van de contestanten. Hij gebruikte daarmee technieken – die toen en nu – in de sociale wetenschappen gebruikelijk zijn, zoals die van een ‘thick description’, een naam, die wereldfaam verkreeg door de antropoloog Clifford Geertz in 1973. De context van acties en stakingen is een belangrijk onderdeel van de beschrijving èn vooral de beleving van de actoren van hun omgeving.” Tevens benadrukte Giele dat ook informele organisatievormen van belang zijn.
Rosa Kösters, promovendus op het IISG, benadrukt dat Gieles werk er nog steeds toe doet: “De vraag naar de verhouding tussen formele en informele organisatievormen staat vandaag de dag opnieuw sterk onder de aandacht in internationaal sociologisch en historisch onderzoek naar de wereld van werk; dat maakt de artikelen van Giele bijzonder actueel.” En vervolgens legt zij haar werkwijze in haar onderzoek naar de gevolgen en reacties van werkenden en vakbonden op de veranderende arbeidsverhoudingen van 1970 tot 2010 naast die van Giele. De periode scheelt honderd jaar, de onderzoeksmethode is opvallend gelijkend.
Meindert Fennema was in de jaren zeventig een collega van Giele. Hij had kennis van zijn persoonlijke vooroudergeschiedenis te danken aan Giele en Johan Frieswijk. Zijn grootvader Gerrit Fennema was betrokken bij de beroemde landarbeidersstaking in Het Bildt in 1895. Zijn oudoom was van Friesland naar Walden, de kolonie van Fredrik van Eeden, gereisd en later naar de Verenigde Staten. Behalve deze persoonlijke ontboezemingen gaat Fennema ook in op de opmerkingen die ik gemaakt heb in de inleiding van het zesde deel. En dat met name het belang van zwakke schakels in netwerken: de theorie van de kracht van zwakke schakels van de Amerikaanse socioloog Mark Granovetter. Zijn voorouders schreven hun ervaringen niet op en zijn daarom niet in de officiële geschiedschrijving te vinden. Met name door het netwerk van geheelonthouders, waar verschillende rode en anarchistische dominees en onderwijzers aan meededen, kwamen zijn grootvader en oudoom goed terecht. Een mooi voorbeeld van persoonlijke en objectieve geschiedschrijving.
Er is nog veel meer te zeggen over de inleidingen en de bundel Giele-artikelen. In dit deel zijn de stukken opgenomen over de serie stakingen rond 1889, maar ook een biografische schets van een van de oprichters van de socialistische organisatie in Nederland: Willem Ansing. En verder twee kortere artikelen uit het roemruchte tijdschrift De Tand des Tijds: een spannende voorspelling uit 1893 voor 1993 en een verhaal over Zeeuwse emigratie uit de negentiende eeuw naar Brazilië. De bij deze artikelen horende tekeningen van beeldend kunstenaar Thomas Koolhaas zijn eveneens opgenomen.
Zowel de bundel als de brochure zijn te bestellen bij Kelderuitgeverij.
Recente reacties